Kleding heeft me al van jongs af aan bezig gehouden. Ik was als kleuter al dol op winkelen. Het is dat je als pasgeboren baby hulpeloos bent, anders had ik zelf op 31 januari 1983 mijn eigen romper en boxpak uit de kast getrokken. Vanaf het moment dat ik zelfstandiger werd en alles ‘zelluf’ kon doen, kleedde ik mezelf aan. Maar één ding liet ik in de kast hangen. Jurkjes! Vreselijk vond ik ze. Ik denk dat het kwam omdat het ‘een moeten‘ was. Zo moest ik bijvoorbeeld een jurk aan als we naar mijn oma’s verjaardag gingen en ik wilde nou juist ‘mezelluf’ aankleden. Dit zorgde dus voor de nodige strijd. Je schrikt je dan ook rot als je mij op de foto’s van de 80e verjaardag van m’n oma ziet. Een schattig jurkje, met een boos gezicht erboven. Als boze blikken konden doden…. Ook in de ‘verplichte’ sponsortruien van mijn hockeyteam kon ik niet aarden. We hebben er heel wat versleten, de ene nog lelijker dan de ander. Het voelde zo niet als mezelf in zo’n verplicht kledingstuk dat we na de wedstrijd aan moesten. Ik denk dat daar alle obstakels bij elkaar kwamen. A. De verplichting om iets aan te moeten trekken dat ik B. niet mooi genoeg vond en C. waarin ook nog eens 16 anderen rondliepen.
Ergens klinkt het zo oppervlakkig, maar kleding is zó belangrijk voor me. Ik vind het fijn om me leuk aan te kleden, nieuwe combinaties te maken, veel af te wisselen én te winkelen. Wakker worden en weten dat je vandaag je nieuwe kleren aan kunt trekken, een heerlijk gevoel! Sinds ik moeder ben is mijn stijl veel rustiger geworden, minder opvallend. Misschien is het ook omdat ik ouder word of omdat het de mode is – normcore is hot! – ik weet het niet. Maar met mijn ‘ripped’ jeans val ik blijkbaar op. Ik vergelijk het bijna met een zwangere buik. Dan wordt er ook in het wild gestrooid met opmerkingen. Om over de beruchte buik-aaiers maar te zwijgen. Je kent ze vast wel. Truus van de slager en Jopie van de kaasboer die je graag even een aai over je bolle buik geven. Nu willen ze mijn gaten niet aaien hoor, maar tjonge jonge, wat een hoop blikken, opmerkingen en vragen. En het ergste van dit alles: JA, ik heb betaald voor deze broek. Ik hoef ze nog net niet op te vangen van de schrik.
Poeh. En toen werd ik zelf even voor het blok gezet. Want Doutzen had laatst haar duurbetaalde Finger Nose in the Nose jurkje aan. Dat leuke jurkje waar na één dag al twee grote gaten inzaten –zó zonde!– omdat ze er iets te wild mee over de boarding van het hockeyveld was gesprongen. En omdat ze dat jurkje nét nieuw had, kon ik het niet over m’n hart verkrijgen om het weg te gooien. En naaien kan ik niet, dus hup, op de hoogste plank. Bewaren voelt dan beter dan weggooien. Maar ja, ook Doutzen wordt steeds handiger én zelfstandiger – en ze doet steeds meer zelluf- dus die viste dat jurkje zo van de hoogste plank…
En terwijl ik zei; Doutz, dat kun toch je toch niet aantrekken, daar zitten grote gaten in, betrapte ik me op mezelluf. Ik had op dat moment namelijk mijn nogal geripte jeans aan. En hoe leg je een 5-jarige uit dat een broek met gaten wel normaal is, maar een jurk met gaten niet? Ik wist het niet en kon eigenlijk ook geen zinnig antwoord bedenken. Ik heb haar dus laten gaan, want ik vond haar vrolijke gezichtje zo leuk!
Het ‘zelluf’ willen doen en de liefde voor kleding zaten er bij mij dus al heel vroeg in. Grappig om te zien dat dit er door Kindermodeblog zo (over)duidelijk uitgekomen is. Wat erin zit, komt eruit! Qoute van mijn schoonouders.
Doe jij (al) wat je het liefste wilt doen?
Frederieke: Jeans Pull & Bear, Trui Dante 6 (VallenMode) Schoenen Stradivarious, Tasje Primark
Sem: Vest en shirt Zara, Broek FunkyLegs
Foto’s door Nienke van Denderen